Ton en Chantal op reis

Honduras 2, Guatemala, Belize en Jamaica – duiken, zonnen en Jamaica, ja man!

Na ons duikavontuur op Utila, waar we uiteindelijk drie weken zijn gebleven en drie duikbrevetten rijker zijn, moesten wij ons gaan 'haasten' om naar Belize te gaan voor onze vlucht naar Jamaica. Vanaf Utila zijn we doorgereisd via Omoa naar Puerto Barrios (Guatemala) om vanuit daar de oversteek te maken naar Belize. In Belize nog een paar dagen in Placencia (een van de mooiste stranden van Belize) verbleven waarna we zijn doorgereisd naar Belize City voor onze vlucht naar Jamaica. Inmiddels zijn we in Negril aangekomen en kunnen we genieten van een welverdiende rust na een jaar 'hard' werken.

Na het behalen van ons Advanced Open Water waren we niet minder enthousiast geworden over het duiken en na onze twee fun dives konden we het niet laten om ook het Rescue Diver brevet te halen. De tijd die we nog hadden was eigenlijk te kort om nog andere landen en plaatsen te bezoeken en het leven op Utila beviel ons uitermate goed. Het enige wat ons tegen zou kunnen houden was het opnieuw halen van ons EHBO brevet dat je nodig hebt voor het Rescue duiker brevet (rescue tja, de naam zegt het al). Na overleg met PADI werd besloten dat wij alleen een opfriscursus zouden moeten doen, dus niets stond ons meer in de weg. De cursus rescue diver is een intensieve maar leuke training (waarvan je hoopt hem nooit nodig hebt) die je weer een hoop nieuwe vaardigheden leert. Ook deze cursus sloten we goed af waardoor we ons zelf nu rescue divers mogen noemen. Inmiddels was het weer op Utila er niet beter op geworden, zodat op de zondag dat wij het eiland wilde verlaten er geen veerboot naar het vaste land ging. Gevolg was dat we ook de veerboot van Honduras naar Belize zouden missen, aangezien deze alleen op maandag gaat. We besloten dat we dan net zo goed nog een paar dagen extra op Utila konden blijven. Uiteindelijk zijn we op woensdagochtend richting het vaste land vertrokken (we hadden wel geluk want er was opnieuw noodweer verwacht) en wilden we proberen om in één keer richting Puerto Barrios in Guatemala te reizen. Dit zouden we in principe makkelijk moeten gaan maar éénmaal in La Ceiba aangekomen bleken de bustijden te zijn veranderd en moesten we anderhalf uur wachten op de eerstvolgende bus naar San Pedro Sula. Omdat wij niet het risico wilde nemen om in het donker de grens over te moeten steken of daar vast te komen zitten vanwege het niet meer rijden van bussen, besloten we tot Omoa door te reizen en daar te overnachten.

Omoa bleek een leuk kustplaatsje te zijn maar omdat een oliemaatschappij er iets voor de kust heeft gebouwd is de stroming veranderd en worden de stranden weggespoeld. Het was er dus lekker rustig! De volgende dag zijn we de grens overgestoken en naar Puerto Barrios gereisd om daar de volgende dag de speedboot naar Belize te nemen. Dit was één van onze slechtste reisdagen van het afgelopen jaar. Dit was voornamelijk te danken aan een buschauffeur die ons 35 km voor de grens vertelde dat de bus toch niet aar de grens ging, ondanks dat wij dit drie keer hadden gevraagd! Vervolgens droeg ook de bestuurder van de minibus vanaf de grens een steentje bij: hij probeerde ons op te lichten door ons zes maal zoveel te berekenen dan normaal was voor de rit. Een beetje meer daar kunnen we niet mee zitten, maar zes keer zoveel??!! En maar doen alsof hij ons niet verstond. We hebben dus wat stennis geschopt (hij begreep wel dat we toch echt niet in zouden stappen) en uiteindelijk mochten we voor de normale prijs mee. De volgende morgen weer op tijd opgestaan om een kaartje te kopen voor de speedboot aar Belize en om iets na elven arriveerden we dan ook in Punta Gordo, Belize. De speedboot ging snel en was leuk!! Na de grensformaliteiten nog snel even wat geld gehaald en op naar onze eindbestemming voor deze dag, Placencia. Overigens, we zijn zo blij met ons Nederlandse paspoort. Bijna iedereen had gezeur bij de grens, maar wij konden zo doorlopen, tassen werden niet geopend, dank je Nederland!

Placencia is dorpje dat aan één van de mooiste stranden van Belize ligt. Het strand is echt prachtig en omdat het ongeveer op vier uur reizen van Belize City ligt besloten we hier een paar nachten te blijven. Na enig zoeken (wat vooral het doorzettingsvermogen van Chantal was) vonden we een leuk hotel aan het strand en nog enigszins betaalbaar ook. We zijn hier drie dagen gebleven en hebben genoten van het lekkere weer en het mooie strand. Vanuit Placencia zijn we de dag voor onze vlucht naar Jamaica naar Belize City gereisd om daar de volgende dag op tijd op het vliegveld te kunnen zijn. Belize City is niet veel bijzonders maar ook niet zo crimineel en gevaarlijk (bepaalde gebieden daargelaten) als de meeste mensen je doen geloven, een meevaller dus! Dinsdagochtend was het eindelijk zover, op naar Jamaica. Het enige nadeel was dat we over Miami zouden vliegen en eerdere ervaringen leerden ons dat dit niet de meest soepele transfer zou worden. Ja, we moesten inderdaad een uur wachten, maar verder viel het ons alles mee. We moesten toch drie uur wachten voor onze aansluitende vlucht naar Kingston, Jamaica. De vlucht naar Kingston duurde maar twee uur en we landen dan om half tien 's avonds lokale tijd. Gelijk en leuk ontvangst door de immigratie en de douane beambte. Even een gezellige babbel gemaakt en we konden doorlopen. Echt het gevoel dat we hier welkom zijn! Na de douane werden we opgewacht door onze chauffeur die ons van Kingston naar Negril zou brengen, een rit van ongeveer vier en een half uur. Dit is één van de weinige dingen die fout is gegaan in de voorbereiding van onze reis, we hadden beter op Montego Bay kunnen vliegen maar tegen de tijd dat we daar achter kwamen was het al te laat om onze tickets om te laten zetten (het feit dat het hoogseizoen is maakte dit onmogelijk). Na een rit van amper drie en een half uur (we zaten in de auto bij de lokale Vettel) kwamen we op de plaats van bestemming en werden we naar onze kamer gebracht. Deze zag er aan de buitenkant niet erg groot uit maar eenmaal binnen bleek het enorm groot te zijn. We hebben in het afgelopen jaar nog niet in zo'n grote kamer geslapen en zeker niet in zo'n groot bed. Het hotel is leuk, het eten is goed en we hebben zeker niets te klagen wat het weer betreft. We gaan onze laatste twee weken lekker genieten en een beetje aan ons kleurschema werken. We kunnen dit nog wel en jaar volhouden!!

We hopen dat jullie allemaal een geweldige kerst tegemoet gaan en dat het een spetterend uiteinde wordt!! Tot snel en voor de mensen die ons willen komen ophalen: zaterdag 7 januari landen we om 14:00 uur op Schiphol (we komen van Londen - vluchtnummer BA434). Of tenminste, dat we hopen we want ergens verwachten we dat het zal sneeuwen, Schiphol drie dagen wordt gesloten en we dus ergens op het vliegveld in Londen moeten overnachten.

Saludos

Ton en Chantal

Costa Rica 2, Nicaragua en Honduras – Dancing in the rain so….. Surf’s Up Dude!

Na een relaxte tijd in Puerto Viejo werd het weer tijd om een bezoek te brengen aan de bewoonde wereld. We kwamen aan in een regenachtig San José en het bleef de daarop volgende dagen regenen (echt met bakken uit de lucht). We besloten dat als we dan toch nat moesten worden we maar beter konden gaan leren golf surfen in Tamarindo. Na een aantal dagen afzien (surfen kan best zeer doen) zijn we doorgereisd naar Nicaragua om weer een beetje op kracht te komen in San Juan del Sur. Vanuit hier zijn we vertrokken richting Poste Rojo, een hostel waar we vanaf Argentinië al goede berichten over gehoord hadden. Hier hebben we 5 nachten in een boomhut geslapen voordat we de reis voortzetten richting Isla Ometepe, een eiland dat uit twee vulkanen bestaat. Daarna zijn we via Granada en Leon naar Esteli gegaan. Hier hebben we een bezoek gebracht aan een sigarenfabriek en hebben we in een canyon gezwommen. Vanuit daar hebben we een lange reis gemaakt naar de Bay Islands in Honduras, waar we op dit moment verblijven.

De busrit van Puerto Viejo naar San José is maar 4,5 uur (eindelijk worden de afstanden en reistijden een beetje normaal) en we arriveerden dan ook rond het middaguur in de hoofdstad. We waren nog niet goed en wel uit de bus toen we werden verrast door een wolkbreuk. Ons plan om naar het hostel te wandelen viel hiermee letterlijk in het water en een taxi naar het hostel bracht uitkomst. Het hostel leek meer op een hotel en ze hadden buiten de dorms en gewone dubbels ook luxe kamers met tv, eigen badkamer met warm water, echt wat voor ons! Het weer in San José werd er niet beter op, en het is ook niet echt een leuke stad, dus hebben we het meeste van onze tijd in het hostel doorgebracht met het uitzoeken van wat ons volgende reisdoel werd. Ons originele plan om richting het Corcovado N.P. te gaan kwam te vervallen vanwege overstromingen en weggespoelde wegen. We moesten dus wat anders verzinnen. Aangezien het weer in Centraal Amerika overal slecht was, en het dus niet erg veel zin had om Costa Rica te verlaten, besloten we om te gaan golf surfen. Als je dan toch nat wordt, kun je maar beter wat leuks doen! Na drie nachten in luxe werd het dus tijd om te verkassen naar de Atlantische kust, naar het surf dorp Tamarindo.

Wij hadden via internet onze accommodatie en surflessen geregeld zodat we gelijk de volgende dag aan onze lessen konden beginnen. Tamarindo is een leuk dorpje alleen is alles ontzettend duur (en dat is niet handig als je op een budget probeer te leven) en is alles ingesteld op Amerikaanse toeristen. Maar.... Het weer in Tamarindo was ondanks alle voorspellingen geweldig. Het had voor onze aankomst bijna twee weken onophoudelijk geregend maar op de dag van onze aankomst begon het zonnetje te schijnen en heeft ons niet meer in de steek gelaten. Onze eerste surfles was een aaneenschakeling van dieptepunten met hier en daar een hoogtepunt. Chantal stond direct bij de eerste golf en had een Doe Maar momentje (Is Dit Alles?). Bij Ton duurde het een aantal pogingen maar ook hij kreeg het uiteindelijk voor elkaar. Helaas werd dit hoogtepunt direct gevolgd door meerdere dieptepunten in de vorm van als walvissen aanspoelen op het strand (en dat is geen fraai gezicht). Na anderhalf uur spoelde we voor de laatste keer aan en gingen we verslagen maar tevreden terug naar het hotel voor een welverdiende warme douche. Het hotel was echt super luxe! De volgende morgen werden we geteisterd door een enorme hoeveelheid spierpijn en zere ribben (dit werd de volgende dagen alleen maar slechter) maar dat weerhield ons niet om vóór onze tweede les eerst nog even zelf proberen te surfen. Ondanks de spierpijn werden we wel steeds een beetje beter en na de vierde les waren we in staat om af en toe een golf te pakken zonder te verzuipen of als een complete idioot op het strand aan te spoelen. We zijn nog een paar dagen langer in Tamarindo gebleven voordat we richting Nicaragua vertrokken.

De grensovergang tussen Costa Rica en Nicaragua staat bekend als een van de lastigste van Centraal Amerika. Het advies voor de grensovergang is dat je deze zo vroeg mogelijk passeert omdat ‘de oversteek' erg lang kan duren. Voor ons betekende dit dat het wekkertje om half vijf lawaai begon te maken en wij om half zes in de bus zaten. Eenmaal aangekomen bij de grens was het een chaos van mensen en vrachtwagens maar binnen drie kwartier zaten wij in een taxi die ons naar onze volgende bestemming zou brengen, San Juan del Sur. San Juan is een leuk stadje waar ook veel gesurft wordt op de omringende stranden. Wij hebben hier niet gesurft om de ribben en de spierpijn wat rust te gunnen. Voor de eerste nacht hadden we een hostel gevonden maar besloten na het inchecken toch maar voor een andere optie te gaan zoeken voor de overige dagen die we daar wilde blijven. Uiteindelijk belanden we na een mislukte missie in de lokale Irish Pub voor een biertje en deze bleken ook kamers te hebben. Na een kijkje te hebben genomen (grote kamer, eigen badkamer, keukentje en balkon) en Chantal met al haar charmes de prijs binnen ons budget had gekregen, besloten we de volgende ochtend te verhuizen. Na een paar heerlijk rustige dagen en een nachtelijk bezoek aan een broedplaats voor schildpadden was het weer tijd om een volgende plaats te bezoeken, Treehouse Poste Rojo.

We hadden al van het hostel Poste Rojo gehoord toen we nog in Argentinië waren (en al reizend hoorde we steeds goede verhalen), we waren dus erg benieuwd. Omdat er verkiezingen in Nicaragua waren (dit is een tijd dat je niet in steden wilt zijn) besloten we om een aantal dagen in het Treehouse door te brengen om de eventuele ellende te vermijden. Poste Rojo is gebouwd op/tegen de uitlopers van een vulkaan. De meeste van de gebouwen zijn een soort houten huisjes maar er is ook één echt boomhuis. Hier hebben wij in geslapen. Het enige nadeel was dat als je naar de gemeenschappelijke ruimte (lees hier bar) wilde je ongeveer 10 minuten omhoog moest klimmen over een rotspad. En dan hebben we het nog niet eens over de gevaarlijke afdaling in het donker! Pfff. Verder is het een relaxte plek om een paar dagen te verblijven met leuke brulapen en een knetter gekke eigenaar Chad. Deze gaat echt helemaal los als hij denkt dat het tijd is voor een feestje en doet vervolgens de volgende dag helemaal niets ten gevolge van zijn kater. De full moon party's en de wekelijkse free rum night zijn feestjes waar heel wat backpackers op af komen. Of misschien dat ze naar de knettergekke eigenaar komen kijken die naakt over een hangbrug heen rent? Na de verkiezingen waren er hoegenaamd geen betogingen en vertrokken wij richting Granada om vervolgens naar Isla Ometepe door te reizen.

Isla Ometepe is een eiland in Lago de Nicaragua en bestaat uit twee vulkanen. Zoals zoveel plaatsen die wij hebben bezocht is dit er weer één die je volgens iedereen niet mag missen. We zaten al weer vroeg in de bus om vervolgens met een bootje over te steken. Ondanks het mooie weer was het meer onrustig met als gevolg dat er een behoorlijk aantal mensen niet geheel droog overkwamen. Bij aankomst op het eiland stond de bus die wij moesten hebben al klaar voor vertrek zodat wij anderhalf uur later op onze plaats van bestemming aankwamen. Helaas (of gelukkig) zat het hostel waar wij wilden verblijven vol zodat wij met onze te zware tassen een wandeling berg opwaarts konden maken naar een ander hostel/ ecologische boerderij. Het hostel leek en beetje op Poste Rojo alleen mooier en beter georganiseerd. Onze kamer was een hutje op palen met een balkon en hangmatten, we mochten weer niet klagen. Bij het hostel hadden ze ook een bakkerij, een winkeltje waar ze eigengemaakte/ gekweekte producten verkochten en een pizzeria met super goede pizza's. Ja, alles ecologisch. Omdat er rond de toppen van de vulkanen op het eiland veel bewolking hing, besloten we deze maar niet op te lopen en dit bleek een goed besluit. Van de mensen die terugkwamen hoorden we dat er weinig te zien was vanwege de wolken en dat het er super hard waaide. Na twee dagen waarin we alleen maar hebben liggen lezen (ze hadden ook een bookswap) in onze hangmatten besloten we om nog een paar dagen naar Granada te gaan.

Granada is een super leuk stadje met mooie gebouwen die goed onderhouden zijn en in allerlei verschillende kleuren zijn geschilderd. Ook zijn er veel gezellige barretjes, terrasjes en restaurantjes en dat is natuurlijk echt niks voor ons. Terwijl we samen met Bob en Lida (twee gezellige Nederlandse meiden) in Rivas op de bus stonden te wachten stapten Nico en Rachel (twee Kiwi's die we in Mancora hebben ontmoet) uit een taxi. Zij bleken ook richting Granada te gaan. De busrit was dan ook heel gezellig waarbij we mooi de tijd hadden om even bij te praten. Omdat we al eerder in Granada waren geweest besloten we om een hostel te zoeken in het centrum van de stad, dicht bij alle gezelligheid.

Na een paar gezellige dagen vertrokken we naar León omdat we hadden gehoord en gelezen dat dit ook een mooie stad zou zijn. Dit bleek helaas niet waar te zijn! Waar in Granada een hoop gebouwen zijn opgeknapt en geschilderd was in León alles behoorlijk grijs en grauw. Reden voor ons om hier zo snel mogelijk weg te komen. Gelukkig hadden we wel een geweldig mooie kamer met eigen badkamer en tv en dat voor maar 18 dollar per nacht (koopje).Verder hadden ze in het hostel een goed restaurant en een gezellige bar waar ook veel locals kwamen. Ook waren de Kiwi's inmiddels weer gearriveerd dus wederom aan gezelligheid geen gebrek. Zo was ons bezoek aan León toch nog leuk! Vanuit León zijn we naar Esteli gereisd. In de bus kwamen we Ryan weer tegen (de eerste keer dat we deze Engelsman tegenkwamen was in Bolivia) en de daarop volgende dagen zijn we samen opgetrokken. We hebben een bezoek gebracht aan de lokale sigarenfabriek. Jeetje, dat is allemaal handwerk! Ook hebben we een trip gedaan naar de Somoto Canyon. Dit was super leuk. Er is geen mens te bekennen en dat terwijl het echt prachtig is. Toch bijzonder als je op zo een minder 'ontdekte' plek bent. We hebben in alle rust in de rivier gezwommen en hebben zo een behoorlijke afstand door de canyon afgelegd. Uitgeput hebben we nog even een lunch naar binnen geschoven, waardoor we weer op volle kracht verder konden reizen richting Honduras.

Aangezien we vlak bij de grens waren, kozen we er voor om die dezelfde dag nog te passeren, zodat we de daarop volgende dag in één ruk door konden naar de Bay Islands. Ryan heeft ongeveer overal zijn afding capaciteiten in de strijd gegooid, waardoor wij onder andere een behoorlijk goede deal bij de grens kregen bij de lokale geldwisselaar (wij lopen normaal gewoon weg als we vinden dat we afgezet worden, maar dit gaat er bij Ryan niet in). De nacht hebben we doorgebracht in een hotel in San Marcos de Colon, wat tegen verwachting in eigenlijk best een leuk plaatsje was. De volgende dag om 6:00 uur de bus gepakt naar de hoofdstad om vervolgens met nog twee bussen naar La Ceiba te reizen: de plaats waar de veerboten naar de Bay Islands vandaan gaan. Helaas duurde deze reisdag 14 in plaats van de gehoopte 10 uur. De volgende ochtend de veerboot gepakt naar Utila, wat één van de Bay Islands is. Op Utila kan je spotgoedkoop duiken. Ton heeft 24 jaar terug zijn duikbrevet gehaald, maar dat is meer dan een half leven geleden en waar zijn logboek heen is..? Chantal wist niet zeker of ze duiken wel leuk zou vinden, het is toch onder water enzo. Na wat wikken en wegen besloten we een duikcursus te nemen. Inmiddels hebben we onze basiscursus (Padi Open Water) afgerond en we vonden het allebei geweldig!! We hadden een super instructrice (die net zo oud is als Ton zijn duikbrevet) en het koraal dat ze hier hebben is echt prachtig! Dus... Ja, we gaan morgen aan de volgende cursus beginnen. Het is hier ook absoluut gezellig en we komen steeds mensen tegen die we eerder al hebben ontmoet in Zuid- en Centraal Amerika. De Kiwi's (Nico en Rachel) zijn inmiddels ook aan het duiken en ook Mel en Dan (Aussies die we in Colombia voor het eerst tegen zijn gekomen) zijn bezig met hun Open Water cursus bij één van de vele duikscholen die het eiland rijk is. The gringo trail maakt dat je steeds weer oude bekenden tegenkomt. Wat wij wel bijzonder vinden is dat het grootste en beste (twee jaar op rij) PADI opleidingscentrum ter wereld is gevestigd op Utila.

Onze reis begint nu echt aan het einde te komen en dit geeft toch wel hele gemengde gevoelens. Het reizen bevalt ons echt super goed en we zouden dit nog zeker een hele tijd kunnen volhouden, maar het vooruitzicht dat we over 6 weken onze familie en vrienden weer zullen zien is iets waar we zeker naar uitkijken! En hopelijk dat de HEMA nog steeds dezelfde lekkere worst verkoopt, het Bunkertje nog steeds heerlijk frikadellen speciaal maakt, Gouda nog kaas maakt, het brood nog steeds niet zoet smaakt, erwtensoep nog tot de Nederlandse maaltijd behoort.... appeltaart met slagroom, kroketten, drop, kaasfondue..

Tot snel en we missen jullie!!

Saludos

Ton en Chantal

San Blas en Panama- Sailing Home

Na een super tijd in Colombia en Zuid-Amerika was het tijd om de grote oversteek te maken naar Midden- Amerika. Dit hebben we met een zeilboot gedaan wat als grote plus heeft dat je een aantal dagen op de San Blas eilanden doorbrengt. Na dit avontuur zijn we richting Panama stad gegaan om onze zeebenen even wat rust te geven om vervolgens via Bocas del Toro naar Costa Rica te reizen.

Op maandag 3 oktober was het eindelijk zover, op naar Panama via de San Blas eilanden. We hadden er super veel zin in (mede door de verhalen van andere reizigers over de San Blas eilanden) en werden om 4 uur 's middags op de boot verwacht. De boot, de Sacanagem, is een zeilboot van bijna 14 meter waar je met 10 mensen comfortabel op kunt verblijven. Omdat het laagseizoen was, waren wij maar met vijf passagiers plus de kapitein en zijn hulpje. Ruimte zat dus. Om vier uur arriveerden wij bij de haven en na de kennismaking met de overige passagiers (Aiden, Kessa en Ryan) hadden we nog een uurtje de tijd om proviand (lees hier alcohol) in te slaan voordat we zouden vertrekken. Om vijf uur gingen de trossen los om te gaan tanken en onze paspoorten weer in ontvangst te nemen die al door de autoriteiten waren gestempeld. Een uur later was het zover, alles geregeld en het avontuur kon beginnen. Zoals wij al in eerdere verhalen hebben gemeld, hebben wij nogal eens mechanische pech en ook deze reis vormde daar geen uitzondering op. We waren nog geen half uur onderweg (nog niet eens de haven uit) toen de kapitein de motor opeens uit deed en het motorruim opengooide. Het bleek dat de v-snaar die de dynamo, de koelwaterpomp en de compressor van de koelkast aandrijft was gebroken en de motor was dan ook bloedheet. Al snel werd het probleem gelokaliseerd (uiteraard de compressor van de koeling, deze was los getrild) en nam de kapitein (Federico) het besluit terug te zeilen naar de haven om daar het probleem op te lossen en de volgende ochtend de reis voort te zetten. Jammer, maar die dingen gebeuren nu eenmaal.

Tijdens onze eerste avond (in de haven maar wel op de boot) was het behoorlijk noodweer en was het anker van de boot losgekomen. Hierdoor waren we een behoorlijk stuk verplaatst. Gelukkig zag Chantal dit en kon Federico ingrijpen voor het te laat was. Anders hadden we namelijk een andere zeilboot geramd en wat was er dan van de boot en onze trip gekomen? 's Nachts had Federico geprobeerd het motorische probleem te verhelpen maar dit was helaas niet gelukt (het bleek dat hij onderdelen nodig had). De volgende ochtend ging hij dus vroeg op pad om onderdelen te halen. Nog voor het ontbijt (niet dat het zo vroeg was, het ontbijt werd gewoon uitgesteld) was het probleem opgelost en konden we eindelijk vertrekken richting Panama. Er was echter nog een kleine tegenvaller. De stroming in de zee was enorm sterk, de oceaan behoorlijk onrustig en er stond geen wind wat betekende dat we er naar verwachting zo'n 48 uur (i.p.v. 32 uur) over zouden doen om de San Blas eilanden te bereiken. De golven bleken gelukkig niet al te groot maar de stroming maakte dat de golfslag erg kort was en de golven van verschillende kanten kwamen. Dit bleek voor onze magen niet al te best en Chantal wist dan ook niet alles binnen te houden. We waren beide nog nooit zeeziek geweest maar deze omstandigheden maakte dat we deze ervaring nu ook rijker zijn. Desalniettemin hebben we ook van die eerste dag genoten. Vroeg naar bed bleek te helpen en het bleef dan ook bij deze ene zeeziekte ervaring.

De volgende morgen zag de wereld er een stuk beter uit en iedereen voelde zich een stuk beter. Tijdens de nacht was de stroming afgenomen en was de wind toegenomen zodat we met behulp van de zeilen zo'n beetje 7 knopen haalde. Niet echt snel maar het maakte wel dat we in 35 uur voor anker gingen in de San Blas. Rond het middaguur zagen we voor het eerst weer land en om negen uur 's avonds waren we op de plaats van bestemming, Cayos Holandeses. Omdat iedereen zich een stuk beter begon te voelen kreeg Federico eindelijk het idee dat wij zijn kookkunsten (iedereen die met hem was meegevaren had het over zijn goede eten) waardeerden en hebben we na het eten nog een tijdje heerlijk op dek zitten borrelen.

Donderdag ochtend werden we wederom vroeg wakker en bij aankomst aan dek zagen we voor het eerst de eilanden. Als of je naar een ansichtkaart van één of ander onbewoond eiland staat te kijken, echt helemaal te gek!! Blauwe zee en palmbomen overheersten het uitzicht en binnen vijf minuten lagen we in het water om af te koelen. Daarna ontbijt om krachten op te doen voor het snorkelen daarna. Het koraalrif rond de eilanden is beschermd en volgens zeggen een van de best bewaarde ter wereld. Onze dag hier bestond voornamelijk uit zwemmen, snorkelen, een beetje zonnen en een bezoek aan de bewoners van één van de eilanden (van de 357 eilanden zijn er maar +/- 40 bewoond door de Kuna mensen). Verder nog even wat hout gezocht zodat we 's avonds konden relaxen en barbecueën bij een kampvuur op één van de onbewoonde eilanden. Het enige nadeel waren de zandvliegen op het eiland en tijdens het zoeken naar hout werden we opgegeten. Logisch dus dat het eiland niet bewoond was! Federico garandeerde ons dat de zandvliegen er 's avond niet zouden zijn. Helaas waren deze beestjes er 's avonds ook (de leugenaar) waar we de volgende ochtend op een pijnlijke manier achter kwamen. De avond was gezellig en we werden al snel vergezeld door een Iers / Braziliaans stel dat vlak bij voor anker lag. Het bleek dat zij al ruim een week voor anker lagen omdat zij de schroef van de boot waren verloren en niet weg konden komen vanwege dit probleem, het rif en een chronisch tekort aan wind. Onder het genot van een aantal flessen rum werd besloten om ze de volgende dag mee op sleeptouw te nemen naar de volgende eilandengroep. Vanuit hier konden zij makkelijker naar het vaste land van Panama komen voor onderdelen en weer proviand inslaan.

De volgende dag begon weer met een duik in de zee en na het ontbijt was het tijd om naar het volgende eiland te vertrekken, Cayo Chichime. Na drie uurtjes varen, en nadat de andere boot had besloten op eigen kracht verder te gaan (wij snappen nog steeds niet hoe, er stond absoluut geen zuchtje wind), kwamen we wederom aan bij een prachtig eiland. We gingen voor anker in een soort baai en gelijk doken we het water weer in om af te koelen. De rest van de dag werd gevuld met zwemmen, zonnen, een beetje wandelen op het eiland, lekker eten en borrelen. We hebben het zo zwaar!!!!

Zaterdagochtend zouden wij eigenlijk van boord moeten maar omdat we de eerste dag/ nacht in de haven hadden doorgebracht, en je normaalgesproken 3 volle dagen op de eilanden doorbrengt, hadden we nog een dagje paradijs voor de boeg. De dag begon zoals alle voorgaande dagen met een plons in het water. Daarna werd er koers gezet richting El Porvernir, onze eindbestemming en het eiland waar onze paspoorten een stempel van Panama ontvingen. Op het eiland staan twee hotels en een restaurant en er is een vliegveld waarvan wij hoopten gebruik te kunnen maken. Helaas voor ons (maar stiekem gelukkig voor Ton) was het vliegveld gesloten, met als gevolg dat we de volgende morgen met een boot en taxi naar Panama stad moesten. Volgens Federico was nog maar net besloten dat het vliegveld verbouwd zou worden (nieuwe toren en landingsbaan) maar volgens ons was dit al een tijdje zo want de landingsbaan zag er niet zo heel goed uit (op zijn zachts gezegd). We hebben verder deze dag nog een eiland / dorp bezocht en konden we hier nog een paar biertjes kopen voor onze laatste avond aan boord (door de extra dag hadden we toch mooi een ernstig logistiek probleem). De laatste avond was wederom gezellig met Federico en Fernando en we sliepen dan ook veel te laat (dit lijkt altijd wel het geval als je de volgende dag moet reizen).

Zondagochtend was het helaas tijd om dit paradijs te verlaten en onze reis voort te zetten richting Panama Stad. De reis verliep voorspoedig en in de middag kwamen we aan op de plaats van bestemming, Luna's Castle hostel, waar wij samen mat Aiden (een van de medepassagiers) zouden verblijven. We hadden met de andere passagiers afgesproken dat we later op de dag met zijn allen ergens wat zouden gaan eten maar Kessa en Ryan waren ons blijkbaar zat en lieten niets meer van zich horen (begrijpelijk). Later ontvingen we nog wel bericht dat ze het erg leuk met ons hadden gehad (aardige manier van gedumpt worden?).

Het hostel waar we in Panama Stad verbleven, was een goede keus. Al snel bleek dat het vol zat met mensen die we in Zuid-Amerika al eerder waren tegengekomen. Het vreemde was dat deze nu als één grote groep reisde en elkaar op de boot richting Panama waren tegengekomen. Heel gezellig maar niet goed voor je nachtrust (gelukkig gingen zij na drie dagen weer verder). Na een verkenning van de stad en een verplicht bezoek aan het Panama Kanaal werd het tijd om weer verder te reizen. Een reis met een nachtbus bracht ons naar de Archipelago Bocas del Toro, aan de Caribische kust van Panama. Aiden had besloten om nog even in Panama Stad te blijven om de halve finale van de rugby te kunnen zien en een tattoo festival te bezoeken (ook hem zullen we waarschijnlijk later wel weer ontmoeten). Na een redelijke nacht in de bus kwamen we, na het nemen van een watertaxi aan op Isla Colon, aan in het stadje Bocas del Toro. Ton was door de temperatuur van de airco in de bus echter zo verkouden geworden dat hij de volgende twee dagen in bed heeft doorgebracht. Uiteindelijk zijn we een aantal dagen in Bocas del Toro gebleven en hebben we weer plannen gemaakt voor de rest van de reis (we hadden eindelijk een Lonely Planet van Midden-Amerika). Helaas bleek dit niet zo makkelijk omdat het in Midden-Amerika op dit moment behoorlijk noodweer is en er aan de Atlantische kust van de diverse landen wegen en plaatsen onbegaanbaar zijn. We besloten dan ook om onze reis eerst voor te zetten naar de Caribische kust van Costa Rica. Op zo een vier uur reizen van Boco del Toro ligt Puerto Viejo de Talamanca. Hier waren we op een eerdere reis al eens geweest en dat was super goed bevallen. Hier zijn we inmiddels een aantal dagen en het leven hier is relaxed, het weer goed, de stranden wederom prachtig en Bob Marley schalt hier de hele dag uit de radio. We hebben een dag fietsen gehuurd, en inderdaad: fietsen verleer je niet (pff, dat was lang terug).

Morgen gaan we naar San José om vanuit daar richting de Atlantische kust te gaan (volgens andere reizigers geen probleem). We zullen het zien en jullie zullen het uiteraard lezen.

Groetjes,

Ton en Chantal

Colombia 2: welcome to the jungle!!

Na een aantal dagen in Leticia was het tijd voor onze jungle trip. Kort gezegd was de trip erg gaaf. Vier dagen natuur, jungle geluid en locals. Daarna zijn we nog een paar dagen in Leticia gebleven. Dit was maar goed ook want onze kleren waren vies, errug vies. Met schoon tenue zijn we via Bogota naar Cartagena gevlogen. Dit is een stad aan de Caribische zee wat inhoud dat het er heerlijk warm is, volgens sommigen te warm. Cartagena beviel ons goed, maar omdat we wat tijd 'over' hadden, besloten we naar Taganga te gaan. Dit is een kleine plaats aan de Caribische kust. Hier waanden wij ons in Afrika, met als grote pre dat er een super mooi natuurpark in de buurt was. Daarna zijn we weer terug in Cartagena gegaan om een zeilboot naar Panama te nemen, via de San Blas eilanden!! Over de San Blas en onze belevenissen in Panama volgende keer meer. En tot onze groot geluk zijn we weer bereikbaar op ons Nederlandse mobiele nummer (eerder het nummer van Chantal)!!

Even terug naar Leticia. De reis er naartoe in het vliegtuig begon al indrukwekkend. Vanuit het raam zagen we bomen, bomen en nog eens bomen. Hier en daar stroomden tussen de bomen enorme rivieren door. Dit was de Amazone die we zo graag eens wilden zien!! We stapten uit het vliegtuig en kregen de warme deken van de hitte om ons heen. Was dit de Amazone die wij zo graag wilden voelen? Toch wel ja, dat past toch bij wat je je van de Amazone voorstelt. De straten in de stad werden veelal in beslag genomen door mensen op brommers en scooters die overigens opvallend rustig reden. Het hostal dat we hadden uitgezocht zat op 5 minuten lopen van het centrum. Het stond op een lap grond van zo een 50.000 vierkante meter en er waren hangmatten en een zwembad aanwezig. Zo konden we op een luxe manier toch een beetje van de jungle genieten met het gemak van de stad op loopafstand.

Na een aantal dagen werden wij opgehaald voor onze jungle trip. Onze gids Stefano sprak alleen Spaans, wat voor ons een goede oefening was. Niet alleen voor ons Spaans maar ook voor ons vermogen om dingen uit te beelden. De boot die ons deze paar dagen zou vervoeren was in goede conditie. Dit viel ons alles mee omdat we niet veel hadden betaald en wij dan meestal het geluk hebben dat er (terecht) op de materiële zaken wordt bespaard. Vanuit Leticia zijn we naar een eiland gevaren met enorm veel apen. Deze mocht je voederen en dit heeft Ton dan ook, tegen al onze principes in (en dat zijn er niet veel), gedaan. De apen zaten op ze hoofd, schouder, armen etc.

Daarna begon een grote vaartocht naar onze basic lodge. Deze lag ongeveer 75 kilometer van Letica in de jungle op de Peruaanse - Braziliaanse grens. De tocht er naar toe was indrukwekkend door de rivier en al het groen om ons heen. De eigenaar van de lodge sprak Engels en heeft ons veel uitgelegd over het leven in de jungle. Ook over de problemen trouwens. Zo bestaat er bijvoorbeeld aan de Braziliaanse kant een visquotum maar bestaat deze niet aan de Peruaanse kant. De vissen kennen uiteraard het verschil niet en worden dus volop aan de Peruaanse kant gevangen. Gevolg uiteraard dat de bevolking vissen behoorlijk uitdunt. De eigenaar van de lodge wilde waarschijnlijk zijn Engels oefenen en hij heeft ons dan ook nog veel meer verteld over de jungle. Erg leuk, maar te veel om in dit verhaal na te vertellen. De lodge zelf voldeed aan onze verwachtingen. Zo was er in de logde geen stroom aanwezig, wat wij goed bij onze jungle ervaring vonden passen.

In de 3 dagen daarna hebben we van alles gedaan. Zo hebben wij verschillende boottochten, zowel motorboot als kano, ondernomen om wild te spotten. Ook hebben we door de jungle gewandeld wat weer een heel andere ervaring is. Tijdens onze expeditie hebben we verschillende aapsoorten gespot, heel veel vogels, kaaimannen, leguanen en uiteraard de nodige vliegen. Jeuk! De tweede nacht hebben we in een hangmat in de jungle geslapen, ver weg van de bewoonde wereld. Dit was een super bijzondere ervaring vooral door de vele geluiden die je hoort als het donker is. Omdat wij niet zo heel goed kunnen slapen in een hangmat verwachtten wij een onrustige nacht, maar die geluiden waren zo rustgevend dat we eigenlijk heerlijk hebben geslapen. En 's morgens heerlijk wakker worden door het geluid van de apen en vogels. Blij dat we dit hebben gedaan! Na in totaal drie nachten zijn we teruggekeerd naar Leticia. Dit ging niet helemaal zonder slag of stoot. We wisten dat we terug de boot met wat andere mensen zouden delen. We wisten echter niet dat deze nogal een zware feestavond achter de rug hadden. Dit zorgde voor een vertraging van een uur met als bijkomst dat we nergens meer eten konden krijgen voor de lunch. Arghh. Toppunt was echter de kapitein. We hadden namelijk niet genoeg benzine. Eerst hebben we gebedeld bij een andere boot, maar ook met die hoeveelheid kwamen we niet thuis. Uiteindelijk toch allemaal gelukt, maar wel weer erg typisch. Terug in Leticia hebben we nog een paar dagen rustig aangedaan en konden wij gelukkig onze kleren wassen! Regen en jungle zorgen toch voor een smeerboel! Over de was wil Chantal nog wel even een noot toevoegen: overal raken ze mijn ondergoed kwijt, en zo bijzonder is mijn ondergoed niet. Ook dit keer dus en ook dit keer weer dezelfde reactie, en echt zonder blikken of blozen: nee, dat ondergoed hebben wij niet. Ja, vast! We lieten het er echter niet bij zitten (de was werd in het hostal gedaan en niet door een wasserij in de stad) en dus gingen wij zelf op zoek. Op naar de waslijn, wasruimte etc. Komt de lieve dame na 5 minuten toch met mijn onderbroek aan. Hij zat nog in de wasmachine in een rand. Vreemd genoeg was hij wel droog!! Zo frustrerend, zeker omdat mijn onderbroeken collectie inmiddels aardig uitdunt door deze geintjes. En wie wil nou mijn tweedehands, backpacker proof ondergoed hebben?

Een paar dagen later arriveerden wij in de vroege avond in Cartagena, een wat grotere stad aan de Caribische kust. Het historische gedeelte van de stad is omringd door een muur: op deze manier werden vroeger de ongewenste gasten buiten gehouden (helaas trekken vliegen zich hier niets van aan). We hebben een dag in het historische gedeelte rondgedoold. Oude huisjes, smalle straten, erg sfeervol en heet. Ja, echt heet vooral omdat er vaak geen zuchtje wind te voelen was. Ook hebben we een oud fort bezocht met tunnels en prachtige uitzichten over de stad. Op één middag werd het helemaal donker en begon het enorm te onweren. Nooit geweten dat het zo hard te keer kon gaan en de flitsen zorgden voor een mooi schouwspel. Na afloop stonden de straten vol water en was rondlopen niet meer echt een optie. Een aantal echte ondernemers hadden op bepaalde punten waar het water hoog stond, kratten neer gestapeld zodat je redelijk droog over kon komen. Uiteraard wel tegen de nodige betaling! Veel mensen die we gesproken hebben, vinden dat je in de stad behoorlijk veel lastig gevallen wordt door verkopers. Wij vinden dit minimaal, maar weten niet of dit door onze Afrika ervaring komt of omdat wij misschien verkopers afschrikken (omdat...?).

In Cartagena hadden we twee doelen. Het eerste doel was het regelen van een boot naar Panama. Echter, het aantal boten dat vertrok vanuit Cartagena was vanwege een probleem met de overheid (buitenlandse kapiteins die vanuit Colombia werken zonder werkvergunning en dus ook geen belasting betalen) gedaald tot ongeveer 1 per week. Wij hadden van te voren wat research gedaan en hoopten met een bepaalde boot mee te kunnen. Helaas voor ons was deze net vertrokken en het zag ernaar uit dat we niet eerder dan eind september met deze boot mee konden. Tweede doel van ons bezoek was onze post vanuit Nederland in ontvangst te nemen, namelijk een formuliertje dat we moesten ondertekenen en een Nederlandse simkaart voor onze telefoon. Hoe moeilijk kan het zijn... Je voelt het al... Ton zijn vader had het begin september aangetekend op de post gedaan (bedankt!!) en het zou 6 tot 10 werkdagen duren. Om onverklaarbare redenen was de enveloppe na drie weken nog steeds niet in Cartagena was aangekomen. Kan natuurlijk gebeuren maar de reactie van de TNT, ja dat Nederlandse postbedrijf, vonden wij op zijn minst gezegd opmerkelijk. Aangezien het aangetekend was verstuurd, en er volgens de website van TNT track en trace in Colombia wordt gebruikt (is nu op mysterieuze wijze van de website verdwenen), hebben wij de TNT gemaild met de vraag of zij konden achterhalen wat er met onze post was gebeurd. Krijgen we een reactie terug dat we een formulier konden printen, invullen en ongefrankeerd naar Nederland konden opsturen vanuit Colombia (we hebben voor de zekerheid maar gevraagd of zij hier de ironie ook van inzagen). Daarna zouden zij binnen twee weken een ontvangstbevestiging sturen, ja weer over de post. Daarna konden zij dan een onderzoek starten wat tot 3 maanden kon gaan duren. En zolang wij de aanvraag niet zouden sturen waren zij niet van plan iets te doen (ook al geef je aan dat je in Colombia bent). Opmerkelijk.

Goed, er zat dus niks anders op dan te wachten op een boot en onze post. Te lang wachten om alleen in Cartagena door te brengen en dus zijn we na vier dagen vertrokken richting Taganga, een klein dorpje aan de Caribische kust. Vanuit Taganga kan je makkelijk richting het Tayrona National Park komen, wat wij dan ook hebben gedaan. Na een busrit en een wandeling van twee uur in de slopende hitte kwamen wij aan op de plaats van bestemming, Cabo San Juan de Guia. Dit is zo'n plaatsje dat je normaal alleen op ansichtkaarten ziet. Hier hebben we overnacht op een camping en genoten van de omgeving. De volgende dag zijn we weer teruggelopen en hebben we de bus terug naar Taganga gepakt. Taganga zelf deed ons aan Afrika denken: bijna geen wegen, veel rommel op straat, heet, helemaal leuk dus! Na nog een nachtje in Taganga was het weer tijd om terug te gaan naar Cartagena.

Daar stonden we weer in Cartagena, met dezelfde twee doelen als bij ons eerste bezoek. Doel 1: een boot regelen naar Colombia. De boot die we wilden nemen, bleek nog weer later weg te gaan. Op zoek naar een andere boot dus. Na wat omwegen en tegenslagen lukte dat gelukkig. We hebben de kapitein van een boot ontmoet en dit leek een geschikte vent (uiteraard hebben we wel wat research gedaan en hij heeft inderdaad een goede, veilige zeilende, reputatie). Ook zag de zeilboot er super mooi uit! Geregeld dus, check. Doel twee, de post. Eigenlijk hadden we de hoop opgegeven. Maar... ja!!! De brief en simkaart waren aangekomen!! Wellis waar na 4 weken, maar toch waren we super blij. Eindelijk zijn we weer bereikbaar op ons Nederlandse nummer!

Alles geregeld en ontvangen, wat tevens het einde betekende van ons Colombia avontuur. Vaak vragen mensen of Colombia niet gevaarlijk is en ook hebben wij genoeg verhalen gelezen over de gevaren. Gevoelgsmatig hebben wij ons in Colombia over het algemeen veiliger gevoeld dan in vele andere landen in Zuid-Amerika. De mensen zijn over het algemeen behulpzaam en vriendelijk en het groen en de bergen in het land zijn werkelijk waar prachtig. Uiteraard hebben wij de gebieden waarvan het bekend is dat zij onveilig zijn met grote afstand vermeden, hoewel we stiekem erg benieuwd zijn wat voor bijzondere natuurgeheimen daar herbergen... Misschien dat de toekomst meer mogelijkheden biedt.

Het verhaal over ons avontuur op de zeilboot naar Panama en de eerste ontmoeting met Centraal Amerika volgen in het volgende verhaal. Maar we kunnen het niet na laten alvast dit even te melden: de San Blas eilanden die we tijdens onze zeilboot hebben bezocht, waren GEWELDIG!

Groetjes,

Ton en Chantal.

PS voor de kermisgangers: onwijs bedankt dat jullie een biertje op ons gedronken hebben!!

PS voor Marije: in Banos zijn we inderdaad in La Petite Auberge verbleven. Helemaal geweldig! Een openhaard op de kamer, kaasfondue, wat wil een mens nog meer? Ook Banos was geweldig. We kunnen ons goed voorstellen dat je hier een half jaar, en zelf langer, kunt doorbrengen!

Peru 2, Ecuador 2 en Colombia 1: op naar het noorden van Zuid-Amerika.

Mancora was wederom genieten en Ton heeft zich op zijn verjaardag prima vermaakt. Het is ons gelukt om binnen een week te vertrekken!! Dit keer kozen we voor een andere grensovergang om Ecuador in te komen, echt zo veel relaxeter dan de vorige keer. In Ecuador hebben wij de kust gemeden en hebben wij ons vooral op het binnenland gericht. Zo bezochten we de plaatsen Vilcabamba, Cuenca, Baños en vetrokken we via Quito naar de grensplaats Tulcan. Daar even een nacht bijgekomen om de volgende dag de grens naar Colombia over te steken. Tot nu toe hebben we daar wat leuke stadjes bezocht en de hoofdstad Bogota. Op het moment verblijven wij in Leticia in de jungle van Colombia, maar daarover de volgende keer meer.

Mancora heeft ons niet teleurgesteld. Elke dag mooi weer, super gezellige mensen, wederom een fantastische privé cabana aan het strand, echt genieten dus! Toch werd het na een week tijd om weer op pad te gaan, we wilden dit jaar immers wat van de wereld zien en dat lukt toch niet helemaal als je op dezelfde plaats blijft. We sloegen er wat boeken op na en besloten dit keer op een ander punt de grens naar Ecuador over te steken, namelijk bij Macara. We deden dit met de nachtbus en de grensovergang was een ontspannen aangelegenheid. Stempel hier, stempel daar, geen vragen, gewoon welkom in Ecuador. Heel wat anders dan de grensovergang naar Ecuador die we eerder bezochten. De nachtbus daarentegen was van wat mindere kwaliteit dan wij gewend waren, de verwende nesten die we zijn. Rotstoelen, vage types etc. Dit zorgde ervoor dat Chantal niet echt aan haar nachtrust toekwam, Ton had nergens last van en knuffelde zijn tas nog eens goed terwijl hij sliep.

De volgende ochtend arriveerden we in Vilcabamba, een plaats wat meer in het Zuiden van Peru onder het stadje Loja. Hier hadden wij een hostel gereserveerd, namelijk Izhcayluma, en dat was maar goed ook want het hostel zat helemaal vol. Dit bleek helemaal terecht. Het hostel lag wat hoger dan het dorp wat zorgde voor een schitterend uitzicht op het dorp en de omliggende bergen. Het hostel is van twee Duitse broers wat zorgde voor heerlijk eten voor een zeer schappelijke prijs. Ook hadden zij eigen wandelpaden in de bergen uitgezet en het wandelen in die omgeving was zeker de moeite waard. Kortom een geweldige ontspannen tijd en gek genoeg nog betaalbaar ook (het leek meer op een sterrenhotel).

Na een aantal dagen hebben wij onze weg voortgezet naar Cuenca. Dit is een charmant koloniaal stadje. Mooie gebouwen, een rivier door de stad en de nodige winkels zorgden ervoor dat we lekker hebben rondgelopen. Het blijft echter een stad en wij snakten toch nog naar wat meer buitenleven. Na 1 ½ dag hebben wij eieren voor ons geld gekozen en zijn we op de bus gesprongen naar Baños, een plaats zo een 2,5 uur ten zuiden van Quito, de hoofdstad van Ecuador. Baños is uitermate geschikt voor buitensporten. Je kan er klimmen, mountainbiken, met een buggy rondscheuren, wandelen, raften etc etc. Daar hadden we zin in! Alleen regende het alle dagen dat wij er waren en echt de hele dag. Niet echt waar je op zit te wachten als je buiten wat wilt ondernemen. We hebben het daarom maar een beetje rustig aan gedaan. We hadden een leuk hostel/hotel gevonden waar we een kamer met open haard hadden. Romantisch. Lekker flesje wijn gekocht en fikkie stoken!! Ook hadden ze in Baños tot onze grote vreugde twee restaurants waar ze kaasfondue verkochten!! Echt waar!! Goede reden om elke avond, vier in totaal, te kaasfonduen. Dat hadden we echt gemist en het was nog goede kaasfondue ook! Mmmm.

Omdat het weer er niet beter op werd, zijn we op de bus gesprongen richting de grens met Colombia. Bij de grens hebben we een nacht aan de kant van Ecuador doorgebracht om de volgende ochtend vroeg de grens over te steken. Dit bleek een makkie te zijn. Vriendelijke mensen joh, die Colombianen!! Behulpzaam, dringen niet voor, lijken het leuk te vinden om je te zien en een praatje te maken. Leuk! Eigenlijk, hoe meer we naar het noorden verhuizen, des te leuker wij de mensen vinden. In Colombia hebben we eerst een paar nachten doorgebracht in Popayan. Dit stadje heeft een leuk historisch centrum waar wij lekker hebben rondgewandeld. Het weer was top! Ook gezellige tentjes waar je heerlijk kon eten en wat drinken. Daarna zijn we naar Cali gegaan. Dit is een grotere stad, evengoed gezellig, maar voor ons misschien al wat te groot. In het hostel verschillende mensen ontmoet en gezellig een avond wezen stappen waarbij we live muziek hadden. Ook weer eens leuk! Het werd laat, maar omdat we de volgende dag naar Bogota zouden vliegen waren we evengoed vroeg uit de veren.

Vliegen... Ja, geen bus maar vliegen. De bussen in Colombia zijn, in vergelijking met de andere Zuid-Amerikaanse landen, behoorlijk duur (prijs/ kwaliteitverhouding). Vliegen is hier echter relatief goedkoop. Na heel Zuid-Amerika te zijn door gebust, begon dat vliegen steeds meer te lonken. Na een laatste rotbusrit gelijk tickets geboekt. De vlucht naar Bogota, de hoofdstad van Colombia, was heerlijk ontspannen en vooral snel! Bogota is een grote stad, waar wij meestal niet al te gek op zijn, maar deze stad had toch zijn charme. Lekker gewandeld, mooie gebouwen, veel mensen op straat, leuk. Ook interessant is dat ze een buslijn hebben met een eigen asfaltbaan door de stad. Snel en efficiënt. Daarnaast sluiten ze op zondag delen van de stad voor auto's af zodat fietsers hun gang kunnen gaan. Daar kunnen wij nog wat van leren. Door het bezoek aan al die steden hebben we wel wat weinig foto's genomen. Je loopt toch wat lekkerder over straat als je geen, zichtbare, dure dingen bij je hebt.

Na Bogota zijn we naar Leticia gevlogen. Dit is een jungle stad op de grens van Colombia, Peru en Brazilië. Hier kan je overigens niet met de bus komen omdat er geen wegen naar toe gaan. We spelen dus niet helemaal vals! Morgen gaan we hier een jungletrip maken. Over onze avonturen in de jungle de volgende keer meer.

De tijd gaat snel en we zijn alweer bijna thuis. Tot snel en kermisgangers: maak er een goed feessie van!! Neem er eentje op ons!!

Groeten,

Ton en Chantal.

Ecuador: de Galapagos Eilanden

Na 2 ½ week Mancora was het eindelijk zover: de Galapagos eilanden. Vanuit Mancora zijn wij met de nachtbus richting Guayaquil in Ecuador gegaan om vanuit daar richting de Galapagos te vliegen. De afgelopen weken hebben wij veel mensen gesproken die er al waren geweest en iedereen was er lyrisch over, geen enkel slecht woord gehoord. De verwachtingen waren dus hoog en werden evengoed overtroffen door al het natuurgeweld. Reden voor een uitgebreid verslag.

Dag 1: Onze eerste dag was meteen geweldig. 's Ochtends op tijd opgestaan om naar het vliegveld te vertrekken want ondanks dat het een binnenlandse vlucht is ben je al snel een uur kwijt voordat je bent ingecheckt. Je moet een bezoekerskaart kopen en je tassen worden gecontroleerd op bepaalde etenswaren. Daarna volgt het gewone riedeltje van inchecken, douane en wachten. De vlucht duurt ongeveer 2 uur, dat is weer eens wat anders dan 12 uur in de bus, en voor je het weet sta je op eiland Baltra. Hier weer door de douane en daarna de entree voor het nationale park betalen. Met een rib minder stapten wij op de bus om richting onze boot te vertrekken. Na 1 ½ uur met de bus, veerpont naar Isla Santa Cruz en bus kwamen we eindelijk aan in de haven van Puerto Ayora waar onze boot op ons lag te wachten. De boot waar wij 8 dagen / 7 nachten mee rond zouden varen is zo'n beetje de kleinste waarmee je een cruise kunt maken rond de Galapagos eilanden. Aan boord aangekomen konden we direct aanschuiven voor de lunch waarna we weer richting de wal vertrokken om op zoek te gaan naar reuze schildpadden in het El Chato Tortoise Reserve. Eerst nog even de schoenen inruilen voor mooie zwarte laarzen en toen op jacht! In en rond het park leven zo'n 3500 reuze schildpadden en we hebben er dan ook veel gezien. Wat zijn die beesten GROOT!!!!!! We hadden eerder op Hawaï als eens grote schildpadden gezien maar in vergelijking met deze monsters waren dat echt guppies. Na een wandeling van een uurtje of twee vertrokken we richting een lava tube, een soort tunnel welke gevormd is door een lavastroom. Deze was ongeveer een kilometer lang en de wandeling nam ongeveer een kwartier in beslag. Na de wandeling was het tijd voor koffie en mochten we onze modieuze stappers weer inleveren. Bij aankomst op de boot stond het eten al klaar en kregen we te horen dat we ´s nachts zouden gaan varen naar onze volgende bestemming. We hebben de avond doorgebracht in de haven onder het genot van een biertje en verhalen van de overige passagiers. Deze waren al een paar dagen aan boord en allemaal zeeziek geweest. Wij hadden dus geen idee wat ons stond te wachten. De anderen doken met valium het bed in, wij zagen dit niet zo zitten en besloten het drugsvrij te proberen

Dag 2: Nadat wij lekker hadden geslapen (wij waren overigens de enige die geen last bleken te hebben van het geluid van de motor of zeeziekte) kwamen we de volgende ochtend vroeg aan bij Rabida. Wij vonden het slapen tijdens het varen eigenlijk heel rustgevend, lekker schommelen. Na het ontbijt zijn we aan land gegaan voor een wandeling van een uurtje of twee. Op en rond het eiland zijn enorm veel zeeleeuwen en vogels. Onze gids blijkt enorm veel kennis te hebben (aan zijn buik te zien zat dit in zijn buik opgeslagen) en om ervoor te zorgen dat hij vooral niet te hard hoeft te lopen laat hij dat maar al te graag blijken. Na 2 uur en een paar lamme oren is het tijd om te gaan snorkelen. Het snorkelen rond de Galapagos eilanden is GEWELDIG!!!! Tijdens onze eerste snorkel sessie waren wij continue omringd door prachtige vissen, zeeleeuwen die willen spelen en af en toe kwam er ook even een klein haaitje buurten. Het water is overigens niet erg warm en ondanks een wetsuit (shorty) hadden we het na een uurtje blauwbekken wel gezien. Na de lunch zijn we richting Isla Santiago vertrokken voor een bezoek aan Puerto Egas en om te gaan snorkelen in James Bay. Op het eiland bevinden zich 2500 reuzeschildpadden rond de top van de vulkaan maar daar mag je helaas niet komen. Het weer liet zich van zijn beste kant zien en de wandeling was wederom geweldig. Langs de hele kust lagen Marine Iguanas en we hebben een aantal baby zeeleeuwen gezien van een week of drie oud. Nadat we het smeltpunt waren genaderd, konden we ons weer opmaken voor een uurtje snorkelen. Ook hier was het weer geweldig en hebben we een tijdje naar een aantal schildpadden liggen kijken. Na het snorkelen lekker gegeten en op naar onze volgende bestemming waar we rond middernacht aan zouden komen: Isla Bartolomé. Ondanks dat de oceaan niet heel kalm was hebben we gezellig met de overige mensen buiten op dek gezeten tot de aankomst bij het eiland waarna het tijd werd om te gaan slapen.

Dag 3: Isla Bartelomé is de bekendste van de Galapagos eilanden en veel foto's in magazines en op ansichtkaarten zijn gemaakt op en van dit eiland. Na het ontbijt vertrokken wij wederom vol goede zin naar het eiland. Op het eiland is tegenwoordig een looppad / stijger van hout zodat het lopen naar de top echt een eitje is. Onze gids vertelde dat je vroeger over de rotsen en door het vulkanische as moest ploeteren. Helaas was onze gids ondanks het pad niet van plan om enige vaart te zetten in de wandeling zodat wij naar drie kwartier nog geen 200 meter hadden afgelegd. Echt waar!! Na een verplichte rustpauze en een wederom lang verhaal gingen wij op pad naar het 2e uitkijkpunt. Ondanks de steile trap bereikte wij het uitkijkpunt binnen 5 minuten met als resultaat dat de gids met zijn tong slepend over de treden boven kwam en 10 minuten nodig had om weer te kunnen praten. Na een iets korter verhaal gingen wij op pad naar de top over een nog steilere trap. De gids had besloten om maar niet meer te proberen met ons mee te lopen dus hadden wij op de top (van de bult) best veel tijd te besteden. We moeten toegeven, het is echt prachtig. Het eiland heeft van bovenaf wel iets weg van een maanlandschap en je kijkt uit op een onderwater krater welke je goed kunt zien. Verder is het uitzicht op diverse andere eilanden spectaculair. Na de afdaling richting de boot was het wederom tijd voor een snorkel sessie. De boot van National Geografic was ook bij het eiland en aan boord van dit schip zitten minimaal 100 passagiers. Deze gaan ook allemaal snorkelen, wat betekent dat er op en rond het strand echt geen plaats is om ook maar iets te ondernemen. Wij werden om deze reden aan de achterzijde van het eiland van boord geschopt en zijn toen richting het strand / boot gesnorkeld. Wederom werden we vergezeld door een aantal zeeleeuwen en zagen wij een pinguïn zwemmen / jagen!!!! Echt te gek. Ze zwemmen gewoon om je heen en onder je door en dat is toch best bijzonder want het zijn wilde dieren. Na 1 ½ uur en een dikke kilometer snorkelen was het weer tijd voor de lunch waarna wij een wandeling zouden gaan doen over lava. Op zich niets spectaculairs en we waren dan ook blij dat dit maar een uurtje duurde. Hierna lekker snorkelen en ook hier werden we weer vergezeld door pinguïns en zeeleeuwen. Na een uur werden we weer opgepikt en werd onze reis verder voortgezet richting Isla Santa Cruz waar de volgende morgen onze medereizigers richting het vliegveld zouden gaan. Een paar uur later gingen we voor anker bij de Black Turtle Cove waar wij de volgende ochtend zouden gaan kijken.

Dag 4: Deze ochtend werden we voor zessen gewekt om naar de Black Turtle Cove te gaan. Dit is een mangrove gebied en rond zes uur is het laag water. Tijdens het rondvaren in het gebied hebben we veel pelikanen, haaien, schildpadden en sting rays gezien. Ook hebben we een grote groep Blue Footed Boobies (vogels met blauwe poten) zien jagen. Je ziet ze op alle eilanden maar dit was de eerste keer dat wij zo'n grote groep (meer dan honderd) samen zagen jagen. Tijdens het ontbijt teruggevaren naar Baltra om de rest van de groep af te zetten en te wachten op de nieuwe groep (een reisgezelschap van acht Italianen). Na een uurtje of zes kwam de groep aan en we gingen direct weer varen, ditmaal richting Isla Seymour. Op het eiland leeft een grote groep zeeleeuwen, diverse soorten fregatten en land iguanas. Na een wandeling van 1 ½ uur werden we weer opgehaald om ons te kunnen omkleden om te gaan snorkelen. Bij de boot aangekomen zwommen er een aantal haaien (type: black tip reefshark van een meter of twee en een half) die we nog niet eerder hadden gezien in dit formaat. Ton wil altijd zwemmen als ze zeggen dat er haaien zijn maar deze kans liet hij zich toch maar voorbij gaan. Het snorkelen ging evengoed door en even later werden we door het kleine bootje voor de kust gedropt. Ook hier lag een haai(tje) op ons te wachten maar gelukkig was deze maar ruim een meter dus dat viel alles mee! Ook hier weer super veel mooie vissen en na een uurtje zaten we weer verkleumd in het bootje terug. Omdat er vanuit de regering van Ecuador een waarschuwing was uitgegaan vanwege slecht weer (storm en hoge golven) hadden we geen idee wat er zou gaan gebeuren. De mensen van de boot vertelde niets en onze nieuwe gids wist van niets (altijd lekker) en vertelde dat het weer wel mee viel. Het plan was dat wij richting Isla Plaza Sur zouden gaan maar al snel waren wij ervan overtuigd dat wij niet in de goede richting gingen. Na een uur varen zagen we toch de opening tussen Isla Baltra en Isla Santa Cruz en we gingen er zowaar naartoe. Hier in de beschutting van de eilanden gegeten en daarna op naar Isla Plaza Sur. Het was inmiddels donker geworden en toen de boot uit de beschutting van de eilanden kwam bleek de oceaan toch niet zo kalm als de gids ons wilde doen geloven. Onze Italiaanse vrienden gingen na het innemen van de nodige pillen direct slapen en wij hebben nog een paar uur zitten genieten op het dek voordat wij gingen slapen. Het varen vinden we beide erg leuk. Gelukkig, want we willen ook nog met de boot van Colombia naar Panama wat waarschijnlijk in gaat houden dat we 6 dagen op een boot spenderen.

Dag 5: Na het ontbijt werden wij gedropt op Isla Plaza Sur voor een wandeling van 1 ½ uur. Het is een klein eiland en de tijd bleek meer dan genoeg. Het is er echt prachtig en je moet er slalommen om de zeeleeuwen want die liggen echt overal. Veel verschillende soorten vogels en zee- en landleguanen maakte het plaatje compleet. Snel terug naar de boot en op naar het volgende eiland: Isla Santa Fé. De 2 ½ uur waren een hele belevenis en de nodige pillen gingen weer in het rond. De helft van de Italianen ging slapen en wij hebben weer lekker boven op dek van het uitzicht genoten (wat is het toch lekker als je geen last hebt van zeeziekte). Eenmaal aangekomen bij Isla Santa Fé ging het anker uit in een baai en nadat iedereen was gewekt was het tijd voor de lunch. Tijdens het eten zat Ton een beetje naar buiten te kijken en zag iets heel groots uit het water springen en met een grote klap weer in het water verdwijnen. Bij navraag aan het personeel kregen wij te horen dat het waarschijnlijk een Manta Ray was maar die zie je hier wel vaker uit het water springen. Toch snel naar buiten geklommen om te kijken of het nog een keer zou gebeuren. En jawel, het waren bultrugwalvissen die uit het water omhoog sprongen!!! Nooit eerder gezien, echt helemaal te gek!!!! Wat zijn die beesten groot! Na het eten even 2 uurtjes niets doen waarna we weer gingen snorkelen. Helaas viel er buiten een aantal zeeleeuwen niet echt veel te zien en na een half uur hield Ton het voor gezien, Chantal is echter helemaal doorgeslagen en deze heeft zowat nog een uur gesnorkeld. Hierna was het weer tijd voor een wandeling over het eiland en ook dit eiland was weer bijzonder. Terug op de boot was het weer tijd voor het avondeten. Het eten aan boord vonden wij goed te doen maar de Italianen dachten hier anders over... Misschien dat je standaard na een paar maanden reizen toch verandert? Na het eten was het tijd voor de uitleg voor de volgende dag. Op het programma stond Isla Espanola, één van de meest zuidelijke eilanden van de Galapagos. De gids vertelde dat het vooral de eerste 2 uur best ruig zou worden (de leugenaar) en dat het daarna wat rustiger zou zijn. Eenmaal uit de beschutting van het eiland ging de boot best tekeer. Het duurde dan ook niet eens een half uur voordat onze reisgenoten onder het genot van een paar pillen hun kooi opzochten en wij weer lekker met z'n tweeën boven op dek zaten. Door de wind was het echter best koud zodat Ton al om een uurtje of half negen aftaaide en Chantal het ook om een uurtje of half tien voor gezien hield (deze reis nog niet eerder gebeurd). De hele reis (7 uur) bleef het echter behoorlijk onrustig, maar ondanks het rollen in ons kooitje hebben we toch lekker geslapen. Van voor, naar achter, naar links, naar rechts.

Dag 6: Isla Espanola is volgens de meeste mensen één van de mooiste en bijzonderste plekken om te bezoeken. Op de agenda stonden Punta Suarez en Gardner Bay. De wandeling bij Punta Suarez was wederom geweldig want er bevindt zich een grote kolonie albatrossen en de leguanen zijn hier kleurrijker dan op de andere eilanden. Omdat de albatrossen hier komen om te paren en te broeden hebben we een hoop kuikens en een hele berg potentiële super grote omeletten gezien. Verder een grote kolonie Nasca Boobies gezien en natuurlijk lag het strand bezaaid met zeeleeuwen. Na de wandeling van 3 uur (het duurde vooral lang omdat de gids niet voor 11 uur terug wilde zijn) was het weer tijd om te verplaatsen naar Gardner Bay. Na de lunch even 2 uur niets doen en toen was het tijd om aan land te gaan voor een wandeling langs het strand en snorkelen. Wij zijn eerst gaan snorkelen maar het zicht was helaas erg slecht zodat wij na drie kwartier weer op het strand aanspoelden. We mochten alleen op het strand wandelen en aangezien deze maar een paar honderd meter lang was hielden wij ook dit snel voor gezien. Het kleine bootje kwam ons ophalen en na een heerlijke douche zijn we lekker op her dek gaan zitten om wat te lezen en muziek te luisteren. Onze medereizigers lagen te bakken op het strand en kwamen pas 2 uur later terug aan boord. Na het eten en de uitleg van de volgende dag zijn we weer op dek gaan zitten. De tocht naar Isla Floreana ging ongeveer 5 uur in beslag nemen en de oceaan zou net als de avond ervoor behoorlijk onrustig zijn. De motor werd gestart en de overige mensen doken hun kooi weer in (lekker rustig). De oceaan was niet zo wild al de avond ervoor en we gingen dan ook redelijk op tijd voor anker.

Dag 7: Op het programma voor deze dag stond een bezoek aan Post Office Bay, Cormorant Point en Devil's Crown. Post Office Bay dankt zijn naam aan de eerste vorm van postvervoer tussen de Galapagos eilanden en het vaste land rond het jaar 1600. Er staat een vat waar je jouw post in kon leggen en als er weer een boot richting het betreffende adres op het vaste land ging dan namen zij de post mee en bezorgde deze aan huis. Tegenwoordig staat er nog steeds een vat en het werkt hetzelfde als vroeger. Je kunt er een kaartje of brief instoppen en het is de bedoeling dat als je een kaart of brief ziet met een adres bij jou in de buurt, je deze meeneemt en persoonlijk afgeeft op het betreffende adres. Wij hebben ook gekeken maar konden niets bij ons in de buurt vinden. Nadat we de hele berg kaarten hadden bekeken, zijn we verder gelopen om weer een kijkje te nemen in een lavatunnel. Deze was onverlicht en de afdaling met onze zaklampjes was dan ook nogal een hachelijke bedoening. Ook dit hebben we weer overleefd en nadat wij weer op de boot waren aangekomen was het tijd om flamingo's te gaan bekijken op onze volgende bestemming: Cormorant Point. Daar aangekomen bleken de flamingo's niet thuis te zijn en na nog een kleine wandeling waren we weer op tijd terug aan boord voor de lunch. Omdat onze Italiaanse vrienden niet een uur na de lunch wilden snorkelen, hadden we weer twee uur om een beetje te lezen en muziek te luisteren. Tot onze grote verbazing (en ergernis) bleken de mensen die geklaagd hadden over de tijd tussen lunch en snorkelen helemaal niet mee te gaan. En van de vier die wel mee waren hebben er maar twee gesnorkeld. Het snorkelen bij Devil's Crown was door de sterke stroming best wel zwaar maar zeker weer de moeite waard. Weer schildpadden, een haai en mooie vissen gezien! Op een gegeven moment moesten wij (de overige mensen zaten al weer in het bootje) ons laten slepen door het bootje om voorbij een bepaald punt te komen, de stroming was te sterk! Na het snorkelen werden we opgehaald door de grote boot en was het tijd om terug te varen richting de haven van Puerto Ayora op Isla Santa Cruz voor onze laatste nacht op de boot. Het werd wederom een onrustige overtocht en onze medereizigers lagen dan ook al weer snel op bed voor de rest van de overtocht. Wij hebben lekker op het dek muziek zitten luisteren onder het genot van een biertje. Vlak voordat wij in de haven waren werden we een tijdje vergezeld door 3 dolfijnen die voor de boot uit bleven zwemmen en steeds boven het water uitsprongen, LEUK! Nadat wij weer aangemeerd lagen in de haven gingen de Italianen aan wal om op zoek te gaan naar een restaurant waar ze voor de verandering eens lekker konden eten. Ze hadden de voorgaande dagen bij niets gegeten omdat zij de kookkunsten van de kok niet erg konden waarderen. Ach, wat kan je verwachten op zo een kleine boot? Gelukkig voor hun moesten ze nog vier dagen en hadden ze nog tijd genoeg om van de kok zijn kookkunsten te genieten. Wat hij trouwens echt geweldig kon, was het maken van taarten. Echt waar: aan boord van diezelfde kleine boot! De laatste avond van de eerste groep waarmee wij reisde had hij een soort cake / taart gemaakt met een soort slagroom (de gelukzalige glimlach op Chantal haar gezicht was er die avond met geen mogelijkheid meer af te krijgen) en op onze laatste avond werden we verrast met een chocoladetaart. Wij zijn deze avond lekker aan boord gebleven en hebben lekker nog wat gedronken voordat het tijd was om onze tassen weer in te pakken en te gaan slapen.

Dag 8: Ons laatste uitstapje was naar het Charles Darwin Center in Puerto Ayora. Hier vind je een heleboel informatie over de Galapagos eilanden en er worden de soorten schildpadden die met uitsterven worden bedreigd gefokt. Het is tevens de verblijfplaats van Lonesome George. Vroeger waren er 14 verschillende soorten reuze schildpadden op de eilanden, tegenwoordig nog maar 11 soorten. 2 soorten zijn door mensenhand uitgestorven en één soort door een vulkaanuitbarsting +/- 140 jaar geleden. 1 soort zal binnen nu en 100 jaar ook uitsterven en dat is het verhaal van Lonesome George. Hij is de enige van zijn soort (ondanks uitgebreide zoekacties is er nooit een ander van zijn soort gevonden) en is rond de 120 jaar oud. Wij vinden het nogal sneu voor hem dat hij niet gewoon vrij in de natuur mag leven maar ze hopen in het centrum nog steeds dat hij zich zal voortplanten door een vrouwtje van een ander soort te bevruchten. Omdat dit tegen de natuur van de schildpadden ingaat zal dit waarschijnlijk nooit gebeuren. Ook al leven er meerdere soorten reuze schildpadden op een eiland, de rassen kruisen nooit. En het is dan ook triest om te zien dat ze hem in gevangenschap houden. Onze gids wilde ons vooral de schildpadden laten zien en vertrok binnen een uur weer richting de boot. Wij kregen hierdoor de kans om richting de stad te lopen en op zoek te gaan naar een hotel / hostel voordat onze backpacks in de haven werden gedropt. Wij vonden al snel een hotel en waren op tijd in de haven om de tassen op te halen. We hebben onze laatste twee dagen op het eiland lekker rustig aan gedaan en een beetje door de stad en de omgeving geslenterd.

Ton had inmiddels bedacht dat hij met zijn 40ste verjaardag weer terug in Mancora wilde zijn wat inhield dat wij weer een lange reisdag voor de boeg hadden. Uiteraard miste wij de laatste bus (08:30 uur) richting het pontje zodat wij dit met de taxi moesten doen, de bus inhaalde en veel te vroeg op het vliegveld arriveerden. Onze vlucht verliep voorspoedig en we kwamen rond half vier aan op het busstation in Guayaquil in het zuiden van Ecuador. De bus die wij zouden nemen vertrok pas om half twaalf 's avonds maar gelukkig was er genoeg te zien en te doen op het station zodat wij ons niet eens al te erg hebben verveeld. De busreis verliep ook weer zonder al te veel rarigheid zodat wij om negen uur al weer in Mancora bij The Point aan het ontbijt zaten met Juan (God). Wij zitten wederom in een mooie cabana op het strand en het weer is geweldig. Echt genieten dus. Wij hopen dat we dit keer wel binnen een week weg kunnen komen en hebben gevraagd of ze ons anders gewoon weg willen sturen!!!!

Beste allemaal, als jullie ooit de kans hebben om naar de Galapagos Eilanden te gaan, DOEN!!!! Het is een unieke ervaring die wij voor geen goud hadden willen missen.

Groetjes vanuit een zonnig Mancora,

Ton en Chantal

Peru – de zon achterna

Nadat wij lekker waren bijgekomen in Arica was het tijd om onze reis voort te zetten richting Peru. Vanuit Arica zijn we naar Arequipa gereisd om daar onder andere de Colca Canyon te bezichten. Daarna was Cusco aan de beurt. Hier een paar dagen gebleven en natuurlijk naar Machu Picchu geweest. Onze reis vervolgens voortgezet richting Ica/ Huacachina om vanuit daar via Lima, Trujillo/ Huanchaco door te reizen naar Mancora waar we nu zijn.

Vanuit Arica kan je op twee manieren de grens over: met de bus of met de taxi. De bus is goedkoop maar duurt erg lang omdat je met veel mensen bent en de taxi is wat duurder maar gaat wel lekker snel. Omdat wij toch wel een erg strak tijdsschema hebben (?), besloten we met de taxi naar Tacna te gaan zodat wij direct door konden gaan richting Arequipa. De taxi en de busrit hierna verliepen voorspoedig en we arriveerden in Arequipa geheel volgens planning. Yes! We hadden voor het eerst sinds de reis een hostel geboekt welke ons adviseerde om vooral binnen het busstation een taxi te nemen en niet daarbuiten. Ons hostel had een Nederlandse eigenaresse die al een jaartje of 10 in Peru woonde dus hebben wij braaf haar advies gevolgd (echt waar). Het hostel (La Casa de los Pinguinos) was echt super! Alexandra en haar mensen waren super aardig, er was een zithoek waar je kon kiezen uit een grote collectie dvd's, het was er super schoon, de douche was heet, het dekbed van C&A, de dekbedhoes van V&D en het ontbijt uitgebreider dan dat we tot dusver hadden gehad. Geen reden tot klagen!!

Vanuit Arequipa kan je een tour boeken richting de Colca Canyon (één van de diepste ter wereld, 3191 meter diep). Over de Colca Canyon hadden wij al diverse goede verhalen gehoord dus de keuze was niet al te moeilijk. De volgende morgen stonden wij, samen met drie Belgische chicas, te wachten op de locale touroperator die maar weer eens wat later kwam. Na nog wat mensen te hebben opgehaald gingen we dan toch eindelijk op pad. Het eerste deel van de tour bestaat voornamelijk uit de rit richting Chivay, een klein dorpje aan het begin van de canyon. Het hoogste punt dat je passeert, ligt op 4910 meter waar je normaal gesproken uitzicht hebt op een aantal vulkanen. Helaas hadden de weergoden anders beslist en stonden wij daar in een sneeuwbui naar wolken te staren. Wel leuk was dat we twee Brazilianen mee hadden die nog nooit sneeuw hadden gezien. Na aankomst in Chivay kregen we een lunch waarna we bij ons hotel werden afgezet. Hier de spullen op de kamer gezet om vervolgens het plaatsje te ontdekken. Al snel ontdekte wij een Irish Pub (de hoogst gelegen Irish Pub ter wereld op 3650 meter) en besloten daar dan maar even een drankje te gaan halen. Tot onze (niet zo heel) grote verbazing hadden de Belgische meiden ook besloten dit te doen. Een half uurtje werden we weer verwacht op het centrale plein om een plons te nemen in de hotspring in het dorp. Buiten superkoud, het water erg warm, erg leuk. Na een diner met show wederom een nacht in een steen koud hotel gespendeerd waar we om een uurtje of vijf werden gewekt voor het ontbijt. Eindelijk was de tijd daar om de Colca Canyon te bezoeken. Na een aantal stops in dorpjes en mooie uitkijkpunten arriveerden wij bij de Santuario del Condor. Hier leeft een grote groep condors die als de zon net op komt uitvliegen. Bij aankomst zagen wij de eerste al zweven en niet veel later zagen we er nog veel meer vanuit de canyon omhoog komen. Wat een prachtige (en vooral hele grote) beesten. Nog een wandeling gemaakt in de canyon en daarna weer op naar Arequipa.

Na nog een gezellige avond doorzakken met de Belgische meiden bij de Pinguïns zijn we de volgende nacht met de bus richting Cusco gereisd voor een bezoek aan Machu Picchu. Het zoeken naar een hostel om 06:30 in de ochtend is niet echt onze grootste hobby maar we hadden geluk en om 07:00 waren wij reeds ingecheckt in een hostel aan het centrale plein. Na de noodzakelijke douche was het tijd om Cusco te gaan verkennen. Het is een leuke stad waar het absoluut niet moeilijk is om jezelf een paar dagen te vermaken. Gezellig rondgewandeld, een beetje geshopt en treinkaartjes en toegangsbewijzen voor Machu Picchu geregeld. Tevens was er heel spektakel rondom het 100 jarig bestaan van Machu Picchu waardoor er live muziek was, veel mensen op straat en de hele dag werd er door lokale dansgroepen opgetreden op het plein. Ook in Cusco bleek een Irish Pub aanwezig, dit keer de hoogste Irish Pub met volledige Ierse eigenaren. Deze hebben wij dus ook even met en bezoek vereerd en daar kwamen we de Belgische meiden weer tegen. Gezellig!

Het bezoek aan Machu Picchu was erg indrukwekkend. Machu Picchu is een oude Incastad die verstopt in de bergen ligt en die deels opnieuw is opgebouwd. Dag één vroeg uit de veren om de trein naar Aguas Calientes te pakken. Ton voelde zich nogal misselijk dus het werd een best spannende rit. Wel hele mooie uitzichten op de bergen en later ook het regenwoud. Ton heeft de rest van de dag in de hotelkamer gespendeerd: gelukkig hadden we een privé toilet en douche! Maar ja, de kaartjes om de volgende dag naar Machu Picchu te gaan waren al gekocht... dus Ton heeft al zijn moed bij elkaar geraapt en heeft de gok genomen om de volgende ochtend toch in de bus naar Machu Picchu te stappen (waar ze overigens geen toiletten 'binnen de hekken' hebben). Gelukkig voelde Ton zich beter en hebben we aardig wat rond kunnen wandelen. Wel zijn we maar niet de al te hoge bergen op gegaan, wat Chantal eigenlijk wel lekker vond. Het weer was goed dus we hadden een prachtig uitzicht op het geheel. Ongelofelijk dat een stad zo lang verborgen is gebleven. De foto's volgen ooit!

Dezelfde dag teruggereisd naar Cusco en de dag daarna in de nachtbus naar Ica gesprongen. Aldaar een taxi genomen naar Huacachina, een oase of dorp midden tussen de duinen dat vooral heel toeristisch is. Een vreemd gezicht. Hier een tour genomen naar de Ballastras eilanden. Dit is het zogenaamde Poor Man Galapagos. Zeehonden gezien, dolfijnen, pinguïns, zeeleeuwen en vooral veel vogels. Na deze belevenis hadden we zin in meer strand en zijn we, via Trujillo naar Huanchaco verplaatst. Het is een leuke plaats, maar het weer was er niet al te goed. Daarom besloten om een paar dagen later richting Mancora te verplaatsen: een strandplaats in het Noorden van Peru waar het altijd mooi weer is. En inderdaad, het blijkt te kloppen. We zijn hier nu meer dan twee weken en het weer is super. De korte broeken en bikini's komen eindelijk weer eens van pas! Het is echt even genieten en we blijven waarschijnlijk dus nog wel een paar dagen. We zitten in een leuk hostel en hebben een cabana aan het strand. Veel gezellige mensen dus een prima setting om even vakantie binnen onze wereldreis te vieren!! Uiteindelijk moeten we hier wel weg want we hadden, voordat we op reis vetrokken, op 9 augustus een vlucht naar de Galapagos Eilanden geboekt. Eindelijk is het gelukt daar een bootreis te regelen van 8 dagen/ 7 nachten, echt helemaal goed! We hebben er onwijs veel zin in.

Tot over een maand of 5! Wat gaat zo een jaar snel!

Groeten,

Ton en Chantal.

Chili en Bolivia: IJskoud? Berekoud!

Het vorige verhaal eindigde bij San Pedro in Chili. Daar hebben we nog wel even vastgezeten... Gelukkig een erg gezellige tijd gehad. Daarna zijn we dan toch op een zouttour gegaan en geëindigd in Uyuni, Bolivia. We hadden in Bolivia graag de grens met Peru overgestoken, maar door demonstraties aan de Peruaanse zijde werd dit niet aanbevolen door de Nederlandse Ambassade. Onze alternatieve route naar Peru leidde ons weer terug naar Chili, alleen dit keer noordelijker. Daar zijn we even bijgekomen van de kou om opgeladen richting Peru te vetrekken. Inmiddels zijn we alweer een tijdje in Peru, maar daarover in het volgende verhaal meer.

Ingesneeuwd in San Pedro. Dat sneeuw daar inderdaad nooit rond deze tijd voorkomt, konden we later ook op NU.nl vernemen (http://www.nu.nl/buitenland/2560061/atacamawoestijn-overvallen-zeldzaam-pak-sneeuw.html ). Dat hadden wij ons van te voren niet kunnen bedenken. Nu konden we wel weg, maar niet op de manier die wij wilden en dus besloten we te blijven. Een dorp met zo een 2000 inwoners en een hele hoop toeristen. Uiteindelijk zijn we ongeveer 9 dagen in San Pedro gebleven en zijn we daar redelijk ingeburgerd. Dag 3 begonnen de lokale ondernemers ons te herkennen. Erg gezellig als je over straat loopt. Ook werden we daardoor niet meer lastig gevallen door mensen die wat wilden verkopen, wat bij de andere toeristen wel het geval was. Op dag 2 de lokale bar gecheckt en daar maakten we Chileense vrienden. Wij dachten voor een avond, maar ze bleven ons trouw opzoeken. Erg grappig, aangezien wij weinig Spaans spreken en zij geen Engels. En toch met elkaar communiceren. We hebben zelfs een cadeautje van de mannen gehad: een lama van steen en een soort piramide van steen (staat voor de mineralen die ze daar hebben). Erg leuk, alleen is de backpack nu wel 1,5 kilo zwaarder, hi hi. Miscommunicatie?

Hoe leuk wij San Pedro ook vonden, het werd tijd om verder te gaan. Dan maar richting de sneeuw via een alternatieve route. We hadden een tour geboekt naar Uyuni voor 3 dagen en 2 nachten en hoewel de aangepaste route niet helemaal naar ons zin was, zag het er na 9 dagen toch aantrekkelijk uit. Yahoe, op naar 4200 meter hoogte en kom maar op met die kou. Brrr. 's Morgens om 06:00 uur aantreden, even een bakkie doen en daar begon onze tocht naar Uyuni. Eerst 4 uur met een bus om vervolgens met de 4-wheel drive verder te gaan. Onze groep bestond uit 10 man en al snel werd besloten dat wij met 2 Nederlandse broers en een Duitse broer en zus ons leed in één en dezelfde auto zouden delen. De eerste dag was eigenlijk weinig speciaal. Het bijzonderste was de nacht: volgens onze gids was het 's nachts min 15 graden en we sliepen niet in een luxe hotel, maar meer een gebouw. Geen verwarming, veel tocht en wij hadden geen slaapzakken. Maar wat extra bedekking gehuurd. Het was 's nachts inderdaad erg koud, maar dat van die min 15 geloven we niet. Genoeg dekens over ons heen en we sliepen wel aardig. Dag 2 was leuk. Flamingo's gezien, lama's, mooie meren en bergen. De gids was deze dag weer niet erg spraakzaam, maar wel grappig. Stopt hij op een gegeven moment met de mededeling dat hij zowat in slaap viel en even frisse lucht nodig had. Ach, hij reed echt goed en beter dat hij stopt dan dat hij inderdaad in slaap valt (dit hadden we al eens in Afrika meegemaakt en dat is niet echt grappig). De verantwoordelijke man! 's Nacht in een (warmer) zouthotel geslapen. Erg bijzonder. Het hele gebouw maar ook de bedden, tafels, stoelen etc. etc. waren van zout. Heel bijzonder.

Dag 3 was helemaal super, want toen stond de zoutvlakte op het programma. De dag begon goed. De avond ervoor had onze gids ons verteld dat als we de zonsopgang wilden zien we om 6 uur moesten opstaan en 3 kilometer een kant moesten oplopen. Welke kant was ons onduidelijk. We vernamen van de andere groep (4 meiden) dat je ook de berg achter ons hotel kon beklimmen. Dat hebben wij dus maar gedaan. Alleen, onze gids was nergens te bekennen en hun gids ging trouw mee de berg op. De rest van onze groep kwam wat later het bed uit en na een lekker ontbijt konden we gaan. Uhh, nog steeds was onze gids nergens te bekennen. Ook de andere gids wist niet waar hij was. Er was de avond daarvoor inderdaad wel een feest in de buurt... Nog een uurtje later komt onze gids voorbij scheuren met 4 of 5 vrouwen in de 4-wheel drive. Moest hij nog even wegbrengen, of dat goed was. Hi, hi. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen bij de andere gids want deze vetrok met de 4 meiden zonder tegen ons ook maar een woord te zeggen. Hij werkte voor hetzelfde bedrijf maar dat kon hem schijnbaar niet schelen. Onze gids had de dag ervoor gemeld dat wij om een uurtje of negen zouden vertrekken en hij kwam dan ook om vijf voor negen weer aanrijden. Even een zeil op de auto spannen, tassen erin rollen, vastbinden en om negen uur reden we weg. Hij hield er een strak schema op na!!! Natuurlijk hebben we eerst wel even goed opgelet: hij rook niet naar de drank, reed veel beter en meer rechtdoor dan alle andere auto's en hij was bovendien voor het eerst wonderbaarlijk goed gehumeurd.

De eerste stop op de zoutvlakte was een eiland (rots) in het midden van de zoutvlakte dat volgens de gids door de Inca's werd gebruikt als plaats om te overnachten. Het hele eiland stond vol met cactussen en toen we naar boven waren geklommen hadden we een prachtig uitzicht over de zoutvlakte. Dit omhoog klimmen valt overigens nog niet helemaal mee want de zoutvlakte ligt op 3800 meter boven zeeniveau. Weer beneden aangekomen nog even wat gedronken en wij weer op pad. Dit duurde ongeveer 15 minuten. Daarna werden we staande gehouden door wat later bleek de eigenaar of manager van het tourbedrijf. Die kwam even vragen of wij onze gids goed vonden en of hij had gedronken!!! Wij vonden hem goed rijden en of hij had gedronken, geen idee. Na 10 minuten mochten we weer verder en zijn we naar een plek gereden waar we foto's konden maken. Nog geen vijf minuten later kwam die vent van het tourbedrijf ook weer aanrijden. Wij leuke foto's maken en die mannen maar met elkaar lopen praten en praten. Na een half uur kwam onze gids melden dat wij een andere bestuurder kregen omdat, ja nu komt het, hij met spoed naar Uyuni terug moest voor een familie crisis. Maar hij wist ook te vertellen dat wij hem die middag nog wel op kantoor zouden treffen.

Eenmaal op pad met onze nieuwe chauffeur, die overigens veel beroerder reed(!!), gingen wij richting het zouthotel dat midden op de zoutvlakte staat voor de lunch. Het is tegenwoordig een museum want het stond er illegaal. Na de lunch vertrokken wij richting Uyuni voor onze laatste stop van de tour, de rustplaats voor menig Boliviaanse trein. Hier even rondgelopen, wat foto's genomen en toen op naar Uyuni. Uyuni is een kleine stad waar eigenlijk alles draait om zout en toerisme. Alle reizigers die we er eerder over hadden gesproken adviseerde ons om direct dezelfde nacht de bus richting La Paz te nemen. Maar na drie dagen in een 4x4 besloten we toch maar een nachtje te blijven om even bij te komen en te bedenken wat we verder wilden gaan doen. La Paz stond niet op de lijst van plaatsen die we wilden bezoeken maar om terug te gaan richting San Pedro leek ook niet een al te best plan. Vanuit La Paz gaan bussen met een directe verbinding richting Arica, Chili, waar vandaan wij dan weer verder konden richting Peru. Na een goede nacht slapen, een warme douche en een halve dag rondhangen in Uyuni vertrokken we dan toch met de nachtbus richting La Paz.

In La Paz hoopte we een directe aansluiting te halen voor de bus naar Arica ,maar helaas, er bleek om 06:30 helemaal geen bus te gaan. Er ging een bus om 06:00 uur en de eerst volgende pas om 12:30 uur waardoor we lekker 6 uur op het ijskoude busstation hebben rondgehangen. Tijdens het kopen van onze busticket verscheen er ineens een filmcrew achter ons van het Boliviaanse nieuws. Deze wilde graag de mevrouw van de busmaatschappij interviewen omdat zij de eerste zouden zijn die weer een bus vanuit La Paz via Puno richting Cusco zouden laten rijden (de grensovergang van Bolivia naar Peru die tot dan toe gesloten was geweest). Natuurlijk was de weg open. Natuurlijk was het veilig en waren er geen problemen meer. Natuurlijk, anders kopen deze twee toeristen toch geen kaartje bij me... Maar wij hadden helemaal geen kaartje richting Cusco. Heel even hebben we nog heel getwijfeld of wij toch niet direct richting Cusco zouden gaan, maar als haar verhaal niet klopte dan zouden we in een situatie belanden waar sinterklaas niet vrolijk van werd. We hebben namelijk genoeg 'mindere' verhalen gehoord. Veiligheid boven alles en dus toch de bus richting Chili genomen.

De bus naar Arica zou er zo'n 8 uur over doen en we waren blij verrast dat we al om 12:00 uur vertrokken i.p.v. 12:30 uur. Over het algemeen proberen we niet 's avonds laat ergens aan te komen en om 20.30 uur arriveren vonden wij nog wel kunnen. Tot aan de grens met Chili ging alles best goed: 4 uurtjes en wij waren klaar voor het passeren van de grens. Er stonden wel veel bussen te wachten, maar ja, hoe lang kan dat duren? LANG!!! De Chileense douane voert om de buurlanden te sarren 100% controles uit wat betekent dat iedere bus (met +/- 50 personen) compleet wordt gecontroleerd. Mensen eruit, bagage eruit, alle tassen eruit en alles moet open en wordt met de hand gecontroleerd. Er stond ook een scanmachine, maar wat heb je daar aan als je het ook rustig met de hand kan doen. Bijna 4 uur later en vlak voordat de grensovergang dicht ging, waren wij dan toch eindelijk weer in Chili. Nog 3 uurtjes en dan zouden wij arriveren in Arica. Ja, zouden. Na de grens begon het in onze bus een beetje blauw te zien. Eerst dacht we nog dat het stof was, maar later bleek het toch echt rook. De bus stopte, er werd wat gesleuteld en daar gingen we weer. Nog een keer stoppen, nog een keer stoppen.... Op een gegeven moment stond het echter wel erg blauw in de bus. Ton had net besloten een dutje te doen maar Chantal vond dit toch niet erg veilig en streefde er hard naar hem wakker te houden. Gelukkig besloten de Chilenen in de bus het niet meer pikten: nu stoppen wij stappen uit. De Bolivianen wilde uiteraard ook wel even frisse lucht, alleen konden we daarna toch gewoon verder? De Chilenen gingen zeker geen meter meer verder met de bus mee en kregen het voor elkaar dat wij en de Chilenen en stukje mee konden met een andere bus van dezelfde maatschappij. Ze stonden er wel op dat we bij het eerste politiebureau stopten zodat zij aangifte konden doen. Terwijl onze Chileense vrienden aangifte stonden te doen, kwam de bus met Bolivianen voorbij scheuren. Uiteraard niet stoppen: gas, en rook in dit geval, is alles. Later besloten de politiemannen wel de achtervolging in te zetten en gingen zij er met loeiende sirenes achteraan! Hoe het af is gelopen weten we niet, maar voor ons was dit toch wel duidelijk een cultuurverschil tussen Bolivia en Chili. De Bolivianen kozen toch meer voor de Afrika oplossing: raampje op en niets aan de hand. De Chilenen hielden voet bij stuk omdat dit soort praktijken in een ontwikkeld land als Chili niet voorkomen. Uiteraard is dit onze interpretatie van het verhaal.

Arica, noord Chili, eindelijk om 3:00 uur 's nachts. Snel in een betrouwbare taxi gesprongen en toen even aangebeld bij het hostel waar we niet hadden gereserveerd. We kunnen niet zeggen dat ze heel enthousiast reageerden, maar onze gezellige aanwezigheid de dagen daarna maakte dat natuurlijk helemaal goed. In Arica hebben we even rustig aangedaan. Allebei hadden we een koutje gevat van dat heerlijke koude weer. Arica ligt aan de zee en was in verhouding lekker warm en dit konden we wel even gebruiken. Dus lekker opgeladen en helemaal klaar voor het volgende land: Peru! Ook eindelijk ons verblijf op Jamaica voor het einde van het jaar geregeld: van 20 december tot 6 januari verblijven wij in Hotel Samsara in Negril. Volgens ons een hotel bomvol met Nederlanders dus dan kunnen wij alvast oefenen voordat we weer terugkeren naar Nederland. Daarna komen we echt weer thuis hoor!!

Groeten,

Ton en Chantal.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Hamba